Bij een echtscheiding in gemeenschap van goederen wordt besproken hoe het eigen vermogen verdeeld gaat worden. In 'gemeenschap van goederen' betekent dat er feitelijk alleen 'gezamenlijk' vermogen is. De basis verdeling is dan 50/50. Andere verdelingen zijn mogelijk als partijen het daar eens over worden. Daarbij dient wel gekeken te worden naar fiscale consequenties.
Bij een scheve verdeling kan de fiscus redeneren dat er sprake is van een schenking van de één aan de ander.
Westerling Mediation informeert hier bij scheidingen beide partijen uitgebeid over.
Indien u gaat scheiden en u verkoopt bijvoorbeeld uw huis, dan ontstaat er -bij overwaarde- vermogen in box 3. Dat vermogen is belastbaar.
De fiscus hanteert als peildatum 1 januari. Vindt de scheiding plaats in mei 2021 dan wordt dit vermogen in dat jaar nog niet belast. Staat het bedrag op 1 januari 2022 nog op uw (spaar)rekening dan wordt het in dat jaar wel belast.
Westerling Mediation kijkt samen met beide partijen naar wat de beste en gunstigste oplossingen zijn.
Eigen vermogen heeft geen invloed op het eventuele recht op partneralimentatie en/of de hoogte van de kinderalimentatie. Teveel geld op de bank kan echter wel betekenen dat u niet in aanmerking komt voor zaken als huur- en zorgtoeslag.
Na verkoop van een woning met overwaarde, kan deze overwaarde 3 jaar lang als 'eigenwoningreserve' worden aangemerkt. Dat betekent echter NIET dat dit bedrag, als het op uw (spaar)rekening staat- niet meetelt als vermogen in box 3. Het telt bij een eventuele vermogenstoets voor toeslagen dus ook gewoon mee.
Na verkoop van de woning met overwaarde ontstaat er een eigenwoningreserve
Iedere Nederlander betaalt tot een bepaald bedrag geen vermogensbelasting over zijn/haar spaargeld. Het spaargeld dat vrijgesteld is van belasting, heet het heffingsvrije vermogen. De Belastingdienst bepaalt jaarlijks de grens tot welke je vermogen belastingvrij is. Voor 2023 is dat ruim 76.000 euro. Heeft u een (fiscale) partner dan is het 114.000 euro.
Na de scheiding geldt dus de 76.000 euro grens.
De Belastingdienst gaat er vanuit dat u 'inkomen/rendement haalt uit uw vermogen'. Vanaf 2017 is de berekening van de belasting die u moet betalen over het inkomen uit uw vermogen veranderd. Er zijn 3 schijven voor het berekenen van het fictief rendement. Kijk daarvoor op de site van de Belastingdienst. Over het berekende fictieve rendement (2,8 tot 5,3%) betaalt u 30% inkomstenbelasting.
De beredenering is dat u meer rendement op uw vermogen behaalt naarmate u meer vermogen hebt. Ook gaat de fiscus er van uit dat u bij een hoger vermogen meer belegt dan spaart. Bij iedere volgende schijf wordt daarom een hoger percentage gebruikt om het rendement over uw vermogen te berekenen.
Heeft u een eigen woning dan heeft u op papier wellicht ook een stukje vermogen. Stel uw huis is 200.000 euro waard en uw hypotheek is 150.000 euro. U heeft dan een vermogen van 50.000 euro.
Dit vermogen wordt echter niet aangeslagen in Box 3 en u betaalt geen vermogensbelasting over deze 'overwaarde' in uw woning.
Gaat u bij de echtscheiding de overwaarde verzilveren en verdelen dan wordt het een ander verhaal. Westerling Mediation informeert u hier graag over.
Een bijstandsuitkering is bedoeld voor mensen die niet zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Dat betekent dat zij op geen enkele manier zelf voor voldoende inkomen kunnen zorgen en zelf de rekeningen kunnen betalen. Daarom gelden er beperkingen voor de hoogte van het spaargeld. Heb jij in de bijstandsuitkering spaargeld, dan legt dit artikel je de regels uit.
Spaargeld bijstand
Bij de berekening van jouw bijstandsuitkering wordt gekeken naar hoeveel geld je op je spaarrekening of spaardeposito hebt staan. Je mag namelijk niet onbeperkt geld sparen als je een bijstandsuitkering krijgt. Elk jaar verandert de hoogte van het maximale eigen vermogen dat je mag hebben.
Binnen dit eigen vermogen valt niet alleen je spaargeld. Ook het geld dat op je betaalrekening staat telt mee. Verder tellen beleggingen en obligaties, de waarde van je auto, de waarde van een caravan of boot, kunst en de afkoopwaarde van verzekeringen mee. Ook als je in een koopwoning woont, telt de waarde van je woning mee. Betaal je schulden af? Dan mag je deze schulden van je eigen vermogen aftrekken.
Het kan dus zijn dat je niet te veel spaargeld hebt, maar wel te veel eigen vermogen. Geldt dat voor jou, dan heb je geen recht op bijstand. Je moet dan eerst je eigen vermogen gebruiken om je rekeningen te betalen. Zodra je eigen vermogen dan onder de grens komt, krijg je alsnog recht op een bijstandsuitkering.
Bijstand en eigen vermogen in 2020
Ook in 2020 zijn regels voor het maximale eigen vermogen bij de bijstand weer aangepast. In de onderstaande tabel staat hoeveel eigen vermogen je maximaal mag hebben om recht te hebben op bijstand:
Gezinssamenstelling | Maximaal eigen vermogen |
Alleenstaand zonder inwonenende kinderen | € 6.225 |
Alleenstaande ouder met inwonende kinderen | € 12.450 |
Gehuwd of samenwonend zonder kinderen | € 12.450 (samen) |
Gehuwd of samenwonend met kinderen | € 12.450 (samen, inclusief spaargeld kinderen) |
(Bron: mr. drs. A.M. (Anje) Slootweg, BVD Advocaten)
Het wordt elke accountant en elke financieel adviseur wel eens gevraagd: als ik mijn box III vermogen deels op de spaarrekening van mijn minderjarige kinderen stort, bespaar ik dan vermogensrendementsheffing? Het antwoord is kort en krachtig: nee. De fiscus beschouwt vermogen van minderjarige kinderen als vermogen van de ouders. Er wordt op exact dezelfde wijze belasting over afgedragen als over het vermogen van de ouders zelf. Wat bij een scheiding dus wel van belang is, is dat afgesproken wordt welke ouder de spaarrekeingen van de kinderen meeneemt in zijn/haar IB-aangifte.
Dat het geldt fiscaal als geld van de ouders wordt beschouwd, betekent niet dat het ook juridisch aan de ouders toekomt!
Bij echtscheiding zijn deze rekeningen nogal eens bron van discussie. Bijvoorbeeld omdat één van de ouders de spaarrekeningen van de kinderen meent te moeten ‘leegtrekken’. Of omdat ouders vinden dat, nu zij gaan scheiden, dit geld maar verdeeld moet worden.
De rechtspraak is vrij duidelijk op dit punt.. Op grond van artikel 1:253l BW heeft elke ouder die het gezag over zijn kind uitoefent, slechts het vruchtgenot over het vermogen van zijn kind. Het saldo van de kinderrekeningen behoort tot het vermogen van de minderjarige. Wanneer het door een ouder wordt opgenomen, ontstaat een vordering van het kind op de betreffende ouder. Anders gezegd: het kind kan geld dat voor hem/haar gespaard is altijd weer opeisen. Indien je spaarrekeningen voor kinderen opent met een speciaal doel: bijvoorbeeld studie of aanschaf van een laptop, dan is het verstandig om dat goed vast te leggen en de rekeing te kenmerken.
Tenaamstelling
Conclusie bij echtscheiding is dat het geld op een kinderspaarrekening niet behoort tot de ontbonden huwelijksgemeenschap (wanneer ouders in gemeenschap van goederen zijn gehuwd) en dus ook niet voor verdeling in aanmerking komt. Het geld is en blijft van de kinderen. Hoe wordt beoordeeld of geld van de kinderen is? Het feit dat de rekening op naam van een kind staat, is daar een sterke aanwijzing voor. Ook wordt naar overige omstandigheden gekeken die de ouders aanvoeren, waaruit kan blijken dat het geld wel of niet daadwerkelijk voor de kinderen bedoeld was.